Met zijn drie boeken over Danzig vestigde de Duitse schrijver Günter Grass zijn roem over de hele wereld. Zijn geboortestad maakte hij erin tot het mythische middelpunt van zijn rijke verbeelding. Hij schreef de boeken aan het eind van de jaren '50 en het begin van de jaren '60, maar ze hebben niets aan literaire actualiteit ingeboet. Op onnavolgbare wijze brengt Grass de wereld van zijn jeugd in kaart, vooral die van de jaren '30 en '40. Niet alleen de kleine wereld van de mensen in Danzig, maar ook de grote wereld, die haar dreigende schaduw over een stad aan de Oostzee werpt.